'In de eerste 9 maanden van 2016 waren er 513 incidenten op de lijn Turnhout-Binche, goed voor 132.364 minuten vertraging (de vele afgeschafte treinen nog niet eens meegerekend)', zegt Federaal parlementslid Yoleen Van Camp (N-VA) uit Herentals, na herhaaldelijk aandringen bij minister Bellot.
Het stuk tussen Brussel en Binche scoort beduidend slechter, met 55% van de totale incidenten. Van Camp: "Deze cijfers bewijzen dat de lijn Turnhout-Binche voor meer dan de helft stipter zou rijden mocht de lijn gesplitst worden. Na jaren van ontkenning is de NMBS deze splitsing eindelijk aan het bestuderen. Deze cijfers – die we pas na lang aandringen aangeleverd kregen – zullen daar niet vreemd aan geweest zijn".
Van Camp: "Het heeft me veel telefoontjes en aandringen gekost, maar eindelijk heb ik van minister Bellot cijfers te pakken gekregen die aanduiden waar exact op het traject Turnhout-Binche incidenten plaatsvinden, hoe vaak dat is en hoeveel vertraging dat veroorzaakt.
Om te beginnen is het zo dat het stuk tussen Turnhout en Brussel ook allesbehalve zaligmakend is, vooral rond Lier, Mechelen en Turnhout stapelen de incidenten en bijhorende vertragingen zich op. Dit kan en moet beter.
De hinder daar lijkt mij structureel: Turnhout is de stalplaats waaruit de treinen voor het eerst vertrekken en dus ook mankementen aan het materieel ontdekt worden. En in Lier weten we dat de vele incidenten vooral aan de vele overwegen daar liggen. Mechelen is een klassiek knooppunt – dat trouwens hopelijk zal verbeteren met de heraanleg daar, die volop aan de gang is."
Maar dat de Kempenaar een enorm voordeel zou hebben bij de splitsing van Turnhout-Brussel-Binche in de hoofdstad, dat kan niemand nog ontkennen na deze cijfers: "De eerste 9 maanden van 2016 had de lijn Turnhout-Binche in totaal 132.364 minuten vertraging, dat gaat over bijna 92 volle dagen vertraging in totaal. Het stuk tussen Brussel en Binche is goed voor 47 volle dagen vertraging. Meer dan de helft van de incidenten en het aantal bijhorende minuten vertraging, vinden dus plaats op het stuk in Wallonië", aldus Van Camp. De problemen op het Waalse stuk situeren zich vooral in Binche, La Louvière en 's-Gravenbrakel.
Van Camp: "De lijn Turnhout-Binche is sinds eind 2014 in voege, en in april van dit jaar heeft de NMBS, nadat we het herhaaldelijk onder de aandacht bleven brengen, eindelijk toegegeven dat de stiptheid op deze lijn een ramp is en niet vanzelf zal beteren en dat er dus actie nodig is.
In het B-Rech comité liggen verschillende opties op tafel, gaande van een andere bestemming in Wallonië (in de plaats van Binche) tot een splitsing vlak achter Brussel, bijvoorbeeld in Halle. Mijn voorkeur gaat in elk geval uit naar het tweede.
Deze cijfers tonen aan dat een splitsing van deze lijn een immense stap voorwaarts zou zijn voor alle pendelaars uit onze streek. Ik hoop dat de NMBS in elk geval nog voor het einde van deze legislatuur hierover zal afkloppen. Dan zou dat, na het moderniseren van het rollend materieel in onze streek en de extra verbindingen, een derde trofee zijn die we als regio binnen halen na decennialang stiefmoederlijk beleid vanuit Brussel." (pp)